Hoe kwam Mozes aan zijn spraakgebrek? Legenden en verklaringen in Oudfranse Bijbelvertalingen
Oudfranse Bijbels, net als anderstalige middeleeuwse vertalingen van de Latijnse Bijbel in de volkstaal, volgen meestal wel de Bijbeltekst, maar proberen zoveel mogelijk onduidelijkheden te verklaren of de tekst te verlevendigen.
In 1962 werd de ‘Équipe de Leyde’ opgericht met als doel het corpus van berijmde Oudfranse Bijbelteksten uit te geven, waaronder de zes ‘Bibles intégrales’, die het Oude- en het Nieuwe Testament bevatten (twaalfde tot veertiende eeuw). Ik bereid momenteel de editie voor van de laatste integrale Bijbel, die van Geufroi de Paris (dertiende eeuw). Wie denkt dat middeleeuwse Bijbelvertalingen bestaan uit saai theologisch materiaal, onderschat deze interessante teksten. Oudfranse Bijbels, net als anderstalige middeleeuwse vertalingen van de Latijnse Bijbel in de volkstaal, volgen meestal wel de Bijbeltekst, maar proberen zoveel mogelijk onduidelijkheden te verklaren of de tekst te verlevendigen met legenden, dialogen en voorbeelden uit de profane literatuur. Vragen rezen omtrent de herkomst van het hout van het Kruis waaraan Christus stierf, waarom Mozes hoorns droeg, wie de nagels van het Kruis vervaardigde, waarom de deur in de ark van Noach aan de rechterkant zat, etc.
De Bijbel
In de vierde eeuw vertaalde de Kerkvader Hieronymus de Hebreeuwse tekst van de Bijbel in het Latijn. Deze Vulgaat werd de officiële Bijbelversie van de Kerk. Vanaf de twaalfde eeuw werd deze tekst vertaald in de volkstalen (Duits, Engels, Italiaans, Frans, etc.), om ook het ‘gewone volk’ toegang te geven tot de Bijbel. De bewerkers waren religieuzen, monniken of klerken, hun gehoor meestal aristocratische leken of niet zeer geletterde geestelijken die het Latijn niet machtig waren.
In deze ‘vulgaire’ Bijbels werd niet alleen het verhaal naar de Vulgaat verteld. Lacunes in de Bijbel, of onbegrepen passages, werden nader verklaard in glossen (tekstverklaringen), commentaren van Kerkvaders en legenden. De belangrijkste bronnen voor de Oudfranse vertalers waren de Antiquitates Judaicorum van Flavius Josephus (eerste eeuw), de Glossa ordinaria (anon. twaalfde eeuw) en de Historia scholastica van Petrus Comestor (twaalfde eeuw).
Oudfranse vertalingen/ adaptaties
Hoewel bepaalde details ook in anderstalige middeleeuwse teksten voorkomen, beperk ik mij hier tot de Oudfranse berijmde Bijbels, soms vertalingen, maar meestal adaptaties of compilaties, om enkele voorbeelden te geven uit een rijk repertoire van niet-Bijbelse toevoegingen.
In de eerste plaats speelt de ‘typologie’ (allegorische vergelijking van het Oude met het Nieuwe Testament) een grote rol in soms bizarre verklaringen: de lotgevallen van Jozef zijn een vooruitwijzing naar het lijden van Christus; de deur in Noach’s ark zat rechts, Christus werd bij de kruisiging in zijn rechterzijde verwond door een Romeinse soldaat (Bible anonyme, dertiende eeuw).
Soms gaat het om verfraaiingen van het Bijbelverhaal: nadat Adam en Eva van de verboden vrucht hadden gegeten werden zij bevangen door schaamte over hun naaktheid. God beval hen echter: “Vermenigvuldig u.” Om die daad te kunnen volvoeren zond God hen, uit medelijden met hun gêne, de duisternis, zegt de Bijbelcompilator Geufroi de Paris, die dit detail ‘geleend’ heeft van de profane Estoire du Graal.
De tweeling Jacob en Esau werd uit elkaar gehouden door middel van een rood touwtje dat om de voet van de eerstgeborene werd gebonden. (Bible van Geufroi die dit detail van Herman de Valenciennes’ Bijbel (twaalfde eeuw) heeft geleend.
In de Bible van Geufroi biecht Judas het verraad van Jezus op aan zijn moeder, die een kapoentje aan het spit ronddraait. Zij zegt: “Jezus zal weer opstaan, zoals Hij beloofd heeft”. Judas antwoordt: “Net zomin als dat haantje ooit weer zal kraaien, zal Jezus uit de dood opstaan”. Het haantje vliegt vrolijk weg, als bewijs voor Judas’ ongeloof, die zich daarna verhangt aan een vlierboom.
Men zocht ook naar verklaringen voor onbegrepen zaken: hoe kon Mozes door de Rode Zee lopen met het Hebreeuwse volk? Wel, het vroor die nacht, vertelt de Bible anonyme, dus het volk liep tussen twee muren van ijs, dat smolt zodra de troepen van Farao, die het volk achtervolgden midden in de zee gearriveerd waren en door de golven verzwolgen werden.
Dat Mozes hoorns had nadat hij van de berg Horeb kwam, waar God hem de Tafelen van de wet gaf, is bekend (een verkeerde vertaling cornutus ‘gehoornd’, in plaats van cornatus ‘gekroond’, ofwel stralend van aangezicht), maar in de Oudfranse Bijbels wordt erop voortgeborduurd: Mozes was de eerste bisschop, met een mijter die die twee punten had zoals zijn hoorns.
Waarom verried Judas Jezus? Omdat Judas er woekerprakijken op nahield, zoals de Jood Shylock in de Koopman van Venetië van Shakespeare en Jezus hem dat verbood; dat is, volgens Geufroi de Paris, de reden waarom Judas, uit wraak, Jezus verried met een kus.
De vertalers nemen ook hun toevlucht tot profane vertellingen om hun verhalen te verduidelijken of er een emotionele dimensie aan te geven. Zo laat de veertiende-eeuwse translator Malkaraume in zijn Bijbel de op Joseph verliefde dame (de vrouw van Potifar in de Bijbel, hier de vrouw van Farao) een dramatische monoloog uitspreken, die nagenoeg letterlijk is overgenomen uit de klacht van Medea in de Metamorphosen van Ovidius.
De beschrijving van de heidense Saracijnen in de Bible anonyme (grote oren, kattenneuzen, enorme wenkbrauwen, bochel en scherpe tanden) komt bijna letterlijk overeen met menselijke monsters in romans van Chrétien de Troyes (Yvain, Conte du Graal).
Het kindje Mozes
Om terug te keren tot de vraag uit de titel van dit stukje: waarom was Mozes, de profeet die later de Tien Geboden van God ontving, behept met een spraakgebrek, terwijl hij de voorspraak van God moest zijn voor het Joodse volk?
In het Bijbelboek Exodus (4, 10) wordt verteld hoe Mozes bij het brandende braambos door God geroepen werd het Joodse volk te bevrijden van het juk van de Egyptische Farao.
Daartoe moest hij met Farao gaan praten om hem de eisen van God voor te leggen. Mozes protesteerde, want, zei hij, “Heer ik kan niet goed spreken”. Het boek Exodus verklaart niet waarom Mozes moeite met spreken had. Voor de Middeleeuwse Bijbelvertalers was dit een onbevredigende kwestie. Wat was de oorzaak van het spraakgebrek van Mozes?
De Bijbel van Geufroi geeft daarvan een treffende uitleg die ook te vinden is in andere middeleeuwse Bijbels in het Frans. De oorsprong van deze legende vinden we al in oude Hebreeuwse, Griekse en Arabische teksten, die vervolgens in Latijnse versies en uiteindelijk in de volkstalen terecht kwamen.
Exodus verhaalt hoe Mozes in een mandje op de rivier werd gezet om te ontkomen aan de moordzucht van de Egyptische Farao die zich bedreigd voelde door elk Joods mannelijk kind. Volgens de Bijbel werd het jongetje gevonden door de dochter van de Farao, die Mozes als haar eigen kind opvoedde.
De legende vertelt dat Farao een droom had waarin zijn koninkrijk werd bedreigd door een Joods jongetje. Daarom liet hij alle Israelitische jongetjes vermoorden.
Op een dag zat zijn ‘kleinzoon’ bij hem op schoot en trok de kroon van Farao van diens hoofd. Hij gooide deze op de grond en vertrapte hem. Consternatie alom. De raadgevers van de koning vertelden hem dat dit kind hem van zijn macht zou beroven, en wilden hem ter dood brengen. De dochter van Farao verdedigde het kinderlijk gedrag van Mozes en men besloot hem een proef te laten ondergaan. Men vulde twee schalen, de een met diamanten, de ander met vurige kooltjes, waaruit het kind een keuze moest maken. Koos hij de diamanten, dan was hij schuldig, koos hij de kooltjes dan was hij gewoon een speels kind. Aangetrokken tot de glinstering van de edelstenen, wilde de kleine Mozes de diamanten pakken. De engel Gabriel, die over hem waakte, stuurde zijn handje echter naar de vurige kooltjes. Mozes pakte er een en, zoals kinderen doen, stak een kooltje in zijn mond. Zo verbrandde hij zijn tong, maar redde hij zijn leven.
Deze verhalen, en dit zijn de meer bekende, komen ons vaak als vermakelijk voor. Dat zijn ze ook, maar voor de Middeleeuwers ging het om serieuze vragen waarvan de antwoorden de waarheid van de Schrift bevestigden. Ze vervullen bovendien voor de onderzoeker een belangrijke functie. Zo krijgen wij inzicht in de bronnen die de bewerkers gebruikten en kunnen wij een verband vaststellen tussen de verschillende Bijbelteksten: Geufroi heeft de Bible van Herman de Valenciennes gebruikt, het is geen toeval dat de Bible anonyme en de Bible van Malkaraume beide een klaagzang van de verliefde vrouw van Farao bevatten, net zoals Geufroi en de Bible anonyme beide een Shylock-episode hebben, een van de oudste (en tot nog toe bij de Shakespearekenners onbekende) bronnen van The Merchant of Venice. Zo kunnen we uiteindelijk een filiatie tussen de Bijbels vaststellen (welke auteur heeft van een andere Bijbeltekst gebruik gemaakt, hebben sommige teksten een gemeenschappelijke bron) en een stemma (een stamboom) maken van het geheel van berijmde Bijbelteksten uit de twaalfde tot de veertiende eeuw. De ‘Équipe de Leyde’ heeft nog veel materiaal te bestuderen.
Meer informatie
- Julia C. Szirmai, ‘Arthurian ‘Monsters’ in the Thirteenth-Century Bible anonyme (Paris, BNF fr. 763)’ in Neophilologus XCVIII, 2 (2014), 205-215.
- Julia C. Szirmai, ‘Un épisode "Shylock" dans la Bible anonyme (BNF fr 763) et dans la Bible des sept estaz du monde de Geufroi de Paris (BNF fr. 1526)’, in V. Ferrer & J-R. Valette (ed.) Ecrire la Bible en français au Moyen Âge et à la Renaissance (Genève 2017) 105-119.
© Julia Szirmai and Leiden Medievalists Blog, 2019. Unauthorised use and/or duplication of this material without express and written permission from this site’s author and/or owner is strictly prohibited. Excerpts and links may be used, provided that full and clear credit is given to Roos van Oosten and Leiden Medievalists Blog with appropriate and specific direction to the original content.