leidenmedievalistsblog

Wat hebben de Tempeliers met Vrijdag de 13e te maken? Tempeliers op de brandstapel (British Library, Royal 20CVII, f.44v)

Wat hebben de Tempeliers met Vrijdag de 13e te maken?

Op vrijdag 13 oktober 1307 werden Tempeliers gearresteerd. Is de ongeluksdag hierdoor ontstaan?

Waar ligt de oorsprong van Vrijdag de dertiende als ongeluksdag? Hierover circuleren veel theorieën, waaronder een die gaat over de Tempeliers. Dit was een orde die in de twaalfde eeuw was ontstaan tijdens de kruistochten. De ridderbroeders vochten mee om de heilige plaatsen voor het christendom in de Levant te veroveren en te verdedigen. Ze vernoemden zich naar de tempel van Salomo in Jeruzalem. Volgens het beroemde boek De Da Vinci Code, geschreven door Dan Brown, stuitten de Tempeliers daar op de heilige graal: Bewijs dat Jezus Christus was getrouwd met Maria Magdalena. Zij zouden kinderen hebben gekregen, wiens nakomelingen nog altijd in Europa rondliepen. Voor paus Clemens V was het een doorn in het oog dat de Tempeliers dit machtige geheim hadden ontdekt. Met alle middelen keerde hij zich tegen de orde. Op vrijdag dertien oktober 1307, dus op dezelfde datum als vandaag 710 jaar geleden, liet hij de Tempeliers arresteren en na een schijnproces op de brandstapel gooien. Dit veroorzaakte een schokgolf onder de bevolking, voor wie de hele zaak nogal mysterieus moet zijn geweest, waardoor vrijdag de dertiende angstbeelden bleef oproepen en het bijgeloof omtrent deze datum was geboren.

Een politiek gemotiveerd schijnproces

Door het succes van de De Da Vinci Code is dit een bekend verhaal over de oorsprong van de ongeluksdag bekend geworden, maar wat is ervan waar? Om te beginnen: Er werden inderdaad Tempeliers aangehouden op dertien oktober 1307. Ook geschiedde dit in het kader van een juridisch proces dat tot de opheffing van de orde leidde. Daarin werd een reeks aanklachten opgesteld, zoals blasfemie, sodomie en het niet wijden van de hostie door priesters van de orde. Er is nog altijd enige discussie onder historici over de vraag in hoeverre de Tempeliers inderdaad “schuldig” waren, maar het staat vast dat het een schijnproces was. Het was overigens niet de paus, maar de Franse koning die daarachter zat. Zijn motief was dan ook niet de ontdekking van een heilige graal, maar de macht die de orde in Frankrijk had. Ook speelde mee dat sinds 1291 de laatste kruisvaarders uit het Heilige Land waren verdreven, waardoor het bestaansrecht van de Tempeliers kon worden betwijfeld. Vermoedelijk onder hoge druk en na martelingen legden de broeders bekentenissen af. Uiteindelijk belandde een aantal van hen op de brandstapel. Daarvan getuigt onder andere de afbeelding in een Frans manuscript waarin een stel zeer ongelukkig kijkende broeders in hun ondergoed worden verbrand.

Het proces kon verder worden gevoed door de kritiek op de orde die allerminst nieuw was. Al ten tijde van de oprichting moest de invloedrijke geestelijke Bernard van Clairvaux erbij komen om de “nieuwe ridderschap” te verdedigen. Hiermee bedoelde hij de ridders die niet voor wereldse belangen vochten, maar religieuze doelen op militaire wijze nastreefden. Volgens Bernards verschrikkelijk strenge gedachtengoed deden geestelijke ridders niet aan ijdel vermaak, zoals schaken. Maar op wellicht de beroemdste middeleeuwse afbeelding van een schaakspel, zien we toch echt twee Tempeliers een potje spelen. Na het verlies van het Heilige Land laaide de kritiek op vermeende luxueuze levensstijl van de ordeheren op. Allerlei verhalen over mysterieuze rituelen deden de ronde. De geheimzinnige sfeer rondom de Tempeliers is dus zo oud als de orde zelf.

Schakende Tempeliers. Bron: Biblioteca del Monasterio de El Escorial, ms T. I 6, fol. 25. Patrimonio Nacional, Spanje

Legenden rondom een geheimzinnige orde

Het proces tegen de Tempeliers was dus politiek gemotiveerd. In een tijd waarin het toekomstbeeld van de geestelijke ridderorde troebel was, zag de Franse koning kans om de machtige organisatie te ontmantelen en zijn invloed op het enorme goederenbezit te vergroten. Bewijzen voor duistere praktijken zijn er helemaal niet. De broeders waren ook niet bij allerlei spannende samenzweringen betrokken. Over het algemeen waren het gewone mensen, of in de woorden van Helen Nicholson, specialist in de geschiedenis van de geestelijke ridderorden: “extreem saaie Rooms-Katholieken”. Toch is de mysterieuze sfeer altijd aan de Tempeliers blijven plakken. Samen met het dramatische einde van de orde vormt dit een voedingsrijke bodem voor het ontstaan van allerlei mythen. Vooral in de jaren ’80 en ’90 van de twintigste eeuw sprongen die als paddenstoelen uit de grond. Een voorbeeld daarvan is de overtuiging dat sommige Tempeliers de dans ontsprongen en in een zeer geheimzinnig genootschap is blijven bestaan. We vinden dit verhaal op allerlei plaatsen terug, waaronder in moderne pseudo-historische werken als The holy blood and the holy grail uit 1982. Ook in De Da Vinci Code is het aanwezig.

De mythe doorgeprikt

Vrijdag de dertiende als ongeluksdag is evenmin een nieuw verschijnsel. Al in de middeleeuwen werd het getal dertien met ongeluk in verband gebracht. Ook het idee van de vrijdag als ongeluksdag heeft waarschijnlijk oude wortels. Als we op zoek gaan naar de eerste keren dat de twee samenvallen tot “vrijdag de dertiende”, dan komen we echter niet verder dan het begin van de twintigste eeuw. Een veelgenoemd voorbeeld is de roman Friday, the Thirteenth uit 1907. Nergens is veel ouder bewijs te vinden, laat staan in relatie tot de Tempeliers. Het oudste document waarin ik die verbinding ben tegengekomen, is het boek Tales of the Knights Templar uit 1995, geschreven door Katharine Kurtz. Daarin wordt de arrestatie op 13 oktober 1307 omschreven als “een dag zo berucht, dat Vrijdag de 13e een synoniem werd voor ongeluk”. Dan Brown heeft deze oorsprongsmythe in De Da Vinci Code opgenomen.

Het ongelukkige lot van de Tempeliers heeft het bijgeloof in Vrijdag de Dertiende dus niet veroorzaakt. Vrijdag en het getal dertien werden vermoedelijk al voor die tijd met ongeluk geassocieerd, waardoor het begrijpelijk is dat de twee vervolgens rond 1900 in samenhang werden gebruikt. Vervolgens is het een logische stap dat iemand de ongeluksdag met de arrestatie van Tempeliers op die dag in verband ging brengen. Zodoende werd de lijst met mythen omtrent de ridderorde weer een beetje langer. De vermenging van de ongeluksdag met de mysterieuze Tempeliers is een goede vondst, en wie houdt er nou niet van een mooi verhaal? Tegelijkertijd verliezen we op termijn het zicht op hoe de dingen om ons heen zijn ontstaan, als we gaan geloven in broodje-aapverhalen waarin feit en fictie zijn vermengd. Daarom is het een kerntaak van historici om mythen als deze door te prikken.

Bronvermelding en verder lezen:

  • Jochen Burgtorf, Paul F. Crawford en Helen J. Nicholson ed., The debate on the trial of the Templars (1307-1314) (Farnham en Burlington 2010).
  • Becky Little, ‘Busting the Myth of Friday the 13th and the Knights Templar’, op: http://news.nationalgeographic.com/2016/05/160512-friday-13-knights-templar-superstition/
  • Jonathan Riley-Smith, ‘Were the Templars guilty?’, in: Susan J. Ridyard ed., The Medieval crusade (Woodbridge 2004) 107-124.

© Jerem van Duijl and Leiden Medievalists Blog, 2017. Unauthorised use and/or duplication of this material without express and written permission from this site’s author and/or owner is strictly prohibited. Excerpts and links may be used, provided that full and clear credit is given to Jerem van Duijl and Leiden Medievalists Blog with appropriate and specific direction to the original content.